De Nederlandse melkveehouderij staat voor grote uitdagingen zoals stikstofuitstoot, dalende waterstanden en verlies van biodiversiteit. Hoewel melkveehouders zich bewust zijn van de noodzaak tot verandering, worden zij nog vaak gedreven door marktdruk die maximale productie stimuleert. In de Alblasserwaard ontwerpen melkveehouders, overheden en onderzoekers van Wageningen University & Research, Naturalis Biodiversity Center en ACCEZ een duurzame toekomst voor de melkveehouderij. Het doel: een ecologisch en economisch haalbare businesscase voor natuurinclusieve melkveehouderij in het gebied.
Natuurinclusieve melkveehouderij gaat verder dan alleen melkproductie; het richt zich ook op biodiversiteit, bodemgezondheid en waterbeheer. De transitie naar dit nieuwe systeem draagt significant bij aan het herstel en behoud van natuur, maar kan leiden tot een lagere melkproductie. In de eerste fase van het onderzoek is de financiële impact van deze overgang onderzocht.
KPI’s als stuurmiddel
Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) spelen een belangrijke rol in de transitie naar natuurinclusieve landbouw, omdat ze concrete doelen stellen. William Voorberg, onderzoeker bij Naturalis Biodiversity Center, legt uit: “Er zijn diverse financieringsmogelijkheden ontwikkeld om boeren te belonen voor hun inzet voor natuurherstel. Een bekend voorbeeld is de Brabantse Biodiversiteitsmonitor (BBM). Via de BBM ontvangen melkveehouders financiële beloningen voor hun bijdrage aan natuur, water en landschapskwaliteit. Deze beloningen zijn gebaseerd op 13 duurzaamheidsindicatoren (KPI’s), zoals ammoniakuitstoot, blijvend grasland en fosfaat-bodemoverschot. De melkveehouder bepaalt zelf welke maatregelen hij neemt om zijn scores op deze indicatoren te verbeteren. Hoe hoger de score, hoe groter de beloning. Hoewel de vergoedingen niet altijd alle kosten dekken, is dit een belangrijke stap richting natuurinclusieve landbouw.” Het onderzoek in de Alblasserwaard richt zich op de vraag wat het zou kosten voor melkveehouders wanneer zij de KPI-set van de BBM implementeren in de Alblasserwaard.
Investeren in de Alblasserwaard
De Alblasserwaard kenmerkt zich door een veenbodem, waardoor maatregelen om de KPI-waarden uit de BBM te bereiken anders zijn dan op de Noord-Brabantse zandgrond. Allereerst hebben onderzoekers verkend welke maatregelen aannemelijk zijn om de KPI’s te behalen en wat de overstap naar een bedrijfsvoering die in lijn is met de BBM KPI’s zou kosten. Een eerste indicatie: investeren in natuur op basis van de KPI’s in de Alblasserwaard vraagt om een substantiële investering. Voorberg: “Het is belangrijk op te merken dat de uitkomsten slechts een eerste inschatting zijn. De verschillen tussen boerenbedrijven zijn groot, zowel qua omvang en productiviteit als locatie, leverancierskeuze en persoonlijke visie op natuur en rentmeesterschap. Deze variatie maakt dat de kosten voor de transitie naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering sterk afhankelijk zijn van de specifieke situatie.”
Financieringsinstrumenten en lokale initiatieven
Het landbouwsysteem is complex, waarbij alle betrokken partijen – van consument tot supermarkt, overheid en financiële instellingen – invloed hebben op de transitie naar natuurinclusieve melkveehouderij. Voorberg benadrukt: “Sommige financiële instellingen beseffen bijvoorbeeld dat zonder duurzame investeringen boerderijen in de toekomst niet meer rendabel zijn. Daarom is het essentieel om samen met banken zoals Rabobank en ABN-AMRO nieuwe financieringsmodellen te ontwikkelen die boeren ondersteunen in deze transitie.” Naast financieringsinstrumenten ziet Voorberg ook veel potentieel in lokale maatwerkoplossingen die rekening houden met de unieke omstandigheden van een gebied zoals de Alblasserwaard: “De bekendheid tussen betrokken partijen in de Alblasserwaard vergemakkelijkt samenwerking en het ontwikkelen van lokale oplossingen. Zo zouden supermarkten lokale producten kunnen promoten om de transitie te ondersteunen.”
Biodiversiteit als basis
Het huidige onderzoek heeft geresulteerd in een rekentool die een eerste kostenraming biedt voor de omslag naar een natuurinclusieve melkveehouderij in het veenweidegebied. Op dit moment worden aanvullende maatregelen en bestaande subsidie instrumenten in kaart gebracht. Voorberg licht toe: “Deze bevindingen worden gekoppeld en verder onderzocht in drie casestudies. Op basis van deze analyse streven we ernaar om samen met betrokken partijen een evenwicht te vinden tussen kosten en baten in de businesscase en hiervoor oplossingen te ontwikkelen.” Hij voegt daaraan toe: “Tijdens het onderzoek merken we dat biodiversiteit steeds meer wordt gezien als een cruciale basis voor een toekomstbestendige melkveehouderij; met dat als uitgangspunt hebben we goede hoop om tot concrete resultaten te komen.”