“Van verplaatsingsstress naar ontmoetingsbelang”

Redactie Voorpagina

20 februari 2020


Hoe creëer je in een stedelijk gebied de ideale balans tussen wonen, werken, recreatie en industrie waardoor de circulaire economie zich verder kan ontwikkelen? Op uitnodiging van ACCEZ kwamen op donderdag 6 februari onderzoekers, ondernemers en beleidsmakers samen voor een unieke kennisuitwisseling over circulaire gebiedsontwikkeling.


Kenniscafé legt uitdagingen circulaire gebiedsontwikkeling bloot

Onder de warme vleugels van gespreksleider Youetta Visser gingen ze samen op zoek naar antwoorden en verbindingen. Moeten we opschalen of opknippen? Mengen of toch segregeren? En hoe meten we de sociale, maatschappelijke en natuurlijke impact van circulaire economie in een gebied? Welke invloed heeft een circulaire ambitie op het proces van gebiedsontwikkeling?

De achtergronden van de meer dan vijftig aanwezigen lopen uiteen. Een signaal dat circulariteit hot is én onlosmakelijk verbonden met interdisciplinariteit; ondernemers uit de Binckhorst, Merwe4havens en Schieoevers, ambtenaren (gemeenten, provincie, RVO), projectmanagers, architecten, gebiedsontwikkelaars én onderzoekers en studenten van universiteiten en hogescholen kwamen naar Kenniswerkplaats Kip op de Binckhorst.

“De circulaire economie vraagt juist om een gecombineerde bestemming in een wijk.”

Verplaatsingsstress…

ACCEZ-onderzoekers Ellen van Bueren, Marleen Buizer en Karel van den Berghe beten iets na 14.00 uur het spits af en presenteerden tussentijdse resultaten van hun onderzoek naar de circulaire economie in de Binckhorst. Uitkijkend op hun eigen werkterrein signaleerden zij ‘verplaatsingsstress’. Van Bueren: “De druk om woningen te bouwen leidt tot een gelijksoortige bestemming waarbij de kans bestaat dat kleine en grote bedrijven uit het gebied verdwijnen. De circulaire economie vraagt juist om een gecombineerde bestemming in een wijk.” Dus moet je opschalen of opknippen? Een eenduidig antwoord is er niet. Buizer vervolgt: “We zijn gewend om te denken in grote transities terwijl kleine initiatieven het sociale cement zijn voor een wijk”. Er is dus sprake van een complex afstemmingsvraagstuk waar Van den Berghe zich afvraagt “waar de verplaatste circulaire functies opnieuw te organiseren?” Knippen we op per gemeente of regio, en wie pakt hierin de regie? De onderzoekers constateren dat de inrichting van de publieke ruimte vaak te weinig aandacht krijgt, terwijl die juist van belang kan zijn om circulaire ambities te verwezenlijken.

“Om een Metro Mix te bereiken is regionale afstemming een must en een gezamenlijke visie vanaf de start van de transformatie van een gebied.”

Rust, ruis, reuring

Volgens stedenbouwkundige Floris van der Zee is er sprake van een veranderende stad waarbij een gemengde functie van wonen en werken niet alleen een logische oplossing is, maar waarbij ook ruimtelijke kwaliteitswinst wordt geboekt en je een gebied ook economische meerwaarde geeft; zet denkers en doeners actief naast elkaar. Dit vraagt een nieuwe procesbenadering waarbij verschillende actoren zoals het bedrijfsleven nauwer betrokken worden bij de ontwikkeling van een gebied. En het vergt nauwe samenwerking tussen verschillende overheden. In het mede door hem, in samenwerking met rijksbouwmeester Zandbelt, geschreven rapport ‘Guiding Principles Metro Mix (2019)’ onderscheiden de auteurs drie zogenaamde Metro Mixen die meerwaarde aan een gebied geven. In het rapport – wat overigens niet expliciet betrekking heeft op circulariteit – fungeren de Binckhorst, M4H en Schie-oevers (naast andere gebieden als StrijpS in Eindhoven) als voorbeeld. Om een Metro Mix te bereiken is regionale afstemming een must en een gezamenlijke visie vanaf de start van de transformatie van een gebied. Deze visie werkt door op straat en blokniveau. Van der Zee legt uit dat zij drie niveaus onderscheiden: straten met Rust, Ruis, en Reuring.


Circulaire functie

Gered Gereedschap is zo’n voorbeeld van een klein initiatief in de Binckhorst dat ‘het cement vormt’. De stichting heeft – net als de industrie in het gebied – inderdaad last van verplaatsingsstress. Gered Gereedschap is gevestigd in een anti-kraakpand op de Binckhorst en moet daar binnenkort vertrekken. Een vergelijkbare locatie met dezelfde capaciteiten in de Binckhorst én tegen dezelfde kosten is niet voorhanden. De vraag is in hoeverre de gemeente en andere betrokken de aanwezigheid van Gered Gereedschap – en daarmee de belichaming van circulariteit in de wijk – voldoende van belang acht. De stichting zelf geeft aan dat zij in de nieuwe Binckhorst ook een functie als gereedschapsuitleen kunnen vervullen en dat zij nu al tientallen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt uit omliggende wijken een dagbesteding bieden.

“Wanneer je een optimale ruimte wil creëren voor participatietrajecten kun je niet vooraf al opleggen aan welke eisen dit moet voldoen.”

Uitnodigingsplanologie

Moderator Youetta Visser toont tussen de discussies door een satirische video waarin zij op geestige wijze de verschillende krachten blootlegt die van invloed zijn op de ontwikkeling van een circulaire bestemming zoals de Binckhorst. Als voorbeeld noemt ze hierbij het gemeentelijke beleid van uitnodigingsplanologie; een vrije inschrijving op een aantal bestemmingen in een specifiek gebied. Na afloop van de video reageert iemand van de gemeente. Ook zij vindt het lastig te sturen: “Wij kunnen in onze rol als gemeente alleen uitnodigen. Wanneer je een optimale ruimte wil creëren voor participatietrajecten kun je niet vooraf al opleggen aan welke eisen dit moet voldoen. Uitnodigingsplanologie is een van mijn weinige middelen.” De video maakt ook duidelijk dat het mengen van functies en het realiseren van circulaire ambities lastig is wanneer regie ontbreekt: “De Binckhorst is ‘piloot’ in de nieuwe Omgevingswet, maar niemand houdt de knuppel vast.” Juist de beoogde samenwerking tussen allerlei betrokkenen creëert dan onduidelijkheid over de inpassing van diverse functies in de wijk.

“Als je bijvoorbeeld hoge circulaire ambities formuleert, dan schrikt dat MKB-ers af: “dat is veel te groot voor mij”. Als je echter weet waar je het over hebt, kun je de ondernemer gerichter betrekken.”

Samenwerking

Amar Sjauw en Wa – Windhorst (architect) vervolgt met een aanstekelijk verhaal over de circulaire wijk in Culemborg waar hij zelf al jaren woont. “Initiatieven komen uit de wijk zelf. De sociale cohesie is essentieel om deze stappen te zetten, maar het vraagt ook een consistente visie van de gemeente.” In zijn wijk Lanxmeer hebben bewoners inmiddels een eigen energiebedrijf opgericht, waarbij restwarmte van een omliggende watercentrale gebruikt wordt. Ook heeft de wijk in gezamenlijkheid een parkeerplaats met zonnedak gebouwd. Deze circulaire ontwikkeling vergt samenwerking tussen verschillende partijen die niet gewend zijn met elkaar samen te werken. En dat niet alleen aan het begin, maar ook jaren later.

Bram Heijkers (I am Binck) doet een duit in het zakje als onderzoeker in de Binckhorst. Hij legt uit dat zowel onderzoekers als beleidsmakers en ontwikkelaars meer inzicht in het gebied en de bewoners kunnen gebruiken. Als je bijvoorbeeld hoge circulaire ambities formuleert, dan schrikt dat MKB-ers af: “dat is veel te groot voor mij”. Als je echter weet waar je het over hebt, kun je de ondernemer gerichter betrekken. Zo bleek voor schilders een eyeopener dat het gewoon ging om het apart inzamelen van hun oude verfpotten. Zijn dringend advies is om platforms als I am Binck in de lucht te houden en actief te gebruiken bij de transformatie van een gebied.

We zijn opzoek naar nieuwe inzichten, maar krijgen het nog niet op een manier georganiseerd dat dit slim gebeurt. En dát is een interessante onderzoeksvraag.

Ontmoetingsbelang

Er volgt een levendig debat over verantwoordelijkheden, belangentegenstellingen en de vraag wie wanneer de regie voert. Circulaire ambities dreigen ten onder te gaan in deze dynamiek, juist omdat de verwezenlijking ervan een heldere visie en veel afstemming vragen. Wat rest is dan een nieuwe betonnen hoogbouw-woonwijk.

Robert Tekke van de Provincie Zuid-Holland sluit spontaan het debat af met een treffende samenvatting. Hij gelooft zelf dat er niet zo zeer sprake is van verplaatssingsstress, maar dat er behoefte is aan ontmoetingsbelang. “We zijn opzoek naar nieuwe inzichten, maar krijgen het nog niet op een manier georganiseerd dat dit slim gebeurt. En dát is een interessante onderzoeksvraag.” En zo eindigt dit Kenniscafé zoals het begon; met vragen. En met een uitnodiging voor meer ontmoetingen tussen stakeholders in de circulaire economie.

Tijdens de afsluitende borrel krijgen de aanwezigen de kans om met een VR-bril de Binckhorst met andere ogen te bekijken. Kunstenares Anne Berngard ontwierp in samenwerking met onderzoeker Benjamin Sprecher – letterlijk – een andere kijk op het gebied. En dat daarbij menigeen om zich heen tastte en verraste kreten slaakte, verbaasde na het eerste biertje niemand zich meer om.

Meer weten over de ACCEZ Kenniscafés? Neem contact met ons op.