4 februari 2021
De Haagse wijk Binckhorst heeft een rijke geschiedenis. Dat vergeet je weleens, als je nu door de wijk fietst. Er is de afgelopen tijd veel verdwenen of verplaatst. Vrijwel iedere keer dat Marleen Buizer er kwam, bleek er wel iets veranderd. Samen met onderzoekers van andere universiteiten uit de regio werkt ze aan onderzoeksproject Binckhorst Circulair.
Door Marleen Buizer
Als onderzoeker en docent van Wageningen University & Research ben ik sinds vijf jaar met Wageningse studenten actief in de wijk – omdat zij er kunnen leren over hoe ingrijpend verandering kan zijn, over hoe mensen en ‘hun’ ruimte zich tot elkaar verhouden en met elkaar verbonden kunnen zijn. De studenten denken mee over de gevolgen van de veranderingen en over mogelijke toekomsten van de wijk. Hun inzichten koppelen we weer terug naar het ACCEZ-onderzoek. Zo leveren ze tijdens hun studie al een bijdrage aan het gebied.
Scheuren en verdeling
Bewoners en werkenden in de Binckhorst hebben nogal wat te verteren gehad. De aanleg van de deels ondertunnelde Rotterdamsebaan scheurde de wijk letterlijk open en verdeelde het gebied in tweeën. Terwijl dit de meest ontwrichtende ingreep lijkt, zullen de enorme woningbouwplannen voor het gebied de komende jaren voor nog meer onrust zorgen. Ontwrichting heeft ook altijd een andere kant. De Binckhorst is voor woningzoekenden een mogelijke nieuwe woonstek dicht bij het stadscentrum en openbaar vervoer. Met de studenten zoeken we naar de spanningen tussen wat was, wat is en wat wordt en naar hoe daarin sociale, duurzaamheids- en rechtvaardigheidsvraagstukken een rol spelen.
Druk beïnvloedt circulaire bijdrage
De wens van het platform I’M BINCK, de gemeente en de provincie om te onderzoeken hoe van de herontwikkelde Binckhorst een circulaire woon-werkwijk is te maken (met behoud van de al aanwezige circulaire activiteiten), doet steeds meer stof opwaaien. Wat is circulariteit op het schaalniveau van een wijk eigenlijk? Welke activiteiten zijn nu al als circulair te zien, ook al wordt het nu misschien niet herkend? Wat gebeurt er met die activiteiten in de nieuwe woon-werkomgeving? Een van de belangrijke bevindingen in het onderzoek is dat veel ondernemers en organisaties in het gebied niet zeker zijn van hun toekomst, en dat heeft invloed op wat zij kunnen bijdragen aan de circulaire ontwikkeling. Kunnen zij de hogere huren bijvoorbeeld wel betalen? Dit is natuurlijk niet alleen het directe gevolg van de ontwikkeling van de wijk als circulaire wijk. Maar als het de bedoeling is ruim baan te geven aan initiatieven van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties, moeten zij die wel ruimte ervaren om bij te dragen en niet onder druk staan.
‘Als het de bedoeling is ruim baan te geven aan initiatieven van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties, moeten zij die ruimte wel ervaren om bij te dragen en niet onder druk staan.’
Verhalen van binnenuit leren
Bij die zoektocht sluiten we aan in ons onderzoek en onderwijs, waarbij mijn rol vooral ging over het betrekken van onderwijs in de werkzaamheden van ACCEZ. Het werken op een campus ver weg van de complexe werkelijkheid heeft geen zin als je de verhalen van binnenuit wil leren kennen. Daarom proberen we zoveel mogelijk in de wijk te zijn, zowel in ons onderzoek als in het onderwijs. Kennis is verspreid en zou eigenlijk geen enkelvoudig woord moeten zijn, maar meervoudig én een werkwoord. Het generaliseren en abstraheren dat vaak van ons verwacht wordt als wetenschappers sluit lang niet altijd aan bij de concrete situatie en wat er leeft in een wijk. De wijk kun je daarom zien als een plek waar die verschillende soorten kennis samen kunnen komen. Daarom is aanwezigheid van onderzoekers zo belangrijk. Niet voor een beetje of een kort poosje, maar voor een langere tijd.
‘Kennis is verspreid en zou eigenlijk geen enkelvoudig woord moeten zijn, maar meervoudig én een werkwoord.’
Een taal vinden die verbindt
KIP College, wat we in september en oktober 2020 organiseerden, was een aanzet voor meer samen optrekken tijdens het veranderproces: we brachten onderzoekers, mensen uit het gebied, beleidsmensen en studenten samen. Door corona werd het wel heel anders dan we van plan waren. Fysiek contact is toch cruciaal, zeker als je samen een taal wil vinden die verbindt. Dat hoeft niet persé via woorden, en zeker niet via jargon of oordeel. We stoppen elkaar soms te veel in een hokje. Zo van ‘jij bent theoretisch want je bent wetenschapper’. Maar dat hóéft niet zo te zijn. We kunnen elkaar continue bevragen – ‘wat bedoel je’?
Tijdens KIP College hebben we ook met materialen gewerkt. Want soms kan het fysiek ‘bouwen’ en verbeelden van iets enorm verhelderend werken. Het roept de vraag op wat je bedoelt, door bijvoorbeeld een groene pluk wol, een object of een tekening die iets voor je betekent toe te voegen. Dat hebben we online geprobeerd samen met filmer Marsel Loermans. Het is een begin, hopelijk, van een langer traject van uitwisseling.
Onontgonnen terrein van ideeën
Niet onbelangrijk: de ontmoetingen tussen mensen met veel ervaring en jongeren, studenten en gebiedskenners, beleidsmensen en ondernemers, lijkt het beeld op te leveren van een nog groot onontgonnen terrein van ideeën over de circulaire ontwikkeling van de Binckhorst. Deze ideeën zijn gegrond in de praktijk, en staan soms ver af van de ‘taal’ van abstracte modellen of cijfermatige berekeningen die we in de discussies over circulaire ontwikkeling ook tegenkomen. Het is een hele kunst de discussie levend te houden. Met film en storymapping zijn studenten bijvoorbeeld aan het onderzoeken hoe de druk om te verplaatsen een rol speelt in de Binckhorst. Wat doet die druk, ook als het gaat om meedoen aan de circulaire ontwikkeling? Misschien kan nog voorkomen worden dat bedrijvigheid, initiatieven of maatschappelijke initiatieven verdwijnen die juist essentieel zijn voor het bouwen aan een circulaire wijk.