Epiloog

Tamar Transitiezones


Stap voor stap een nieuw muziekstuk inoefenen, onder de koude douche stappen, dat ene telefoontje plegen. Ik voel de weerstand in mijn lijf – ik zet me schrap. Ik voel overduidelijk: hier heb ik helemaal geen zin in. Onder de douche stap ik dan toch, het muziekstuk raffel ik af, het telefoontje stel ik uit. Tientallen keren per dag ga ik om met weerstanden. Meer abstracte, werkgerelateerde processen waar ik tegen opzie, hebben eigenlijk dezelfde lichamelijk uitwerking als die kleine dagelijkse dingen.

Mijn creativiteit stokt, ik vergeet soms zelfs te blijven ademen, open aandacht voor mijn omgeving ebt weg, en de lol is er dan vaak allang vanaf. En toch is weerstand soms ook, op een gekke manier, comfortabel. Zo kan ik dingen voor me uitschuiven, een ander de schuld geven of geen verantwoordelijkheid nemen. Echt lekker voelt dat niet, maar het ontslaat me in ieder geval tijdelijk van introspectie.

Vaak is weerstand voor mij een signaal om te zoeken naar een punt in mezelf waar ik w.l enthousiast van word. Waar wil ik wel JA tegen zeggen vanuit mijn ellendige gevoel van NEE? Eigenlijk is die zoektocht altijd de moeite waard en duurt hij verrassend veel korter dan ik vreesde. Ik zeg JA tegen het plezier van echt luisteren naar de combinatie van tonen van het muziekstuk, het heerlijke gevoel van lichamelijk wakker worden onder de koude douche, het kunnen uiten van mijn knagend ongenoegen tegen de projectpartner aan de telefoon. Het allerspannendst zijn de momenten tussen het ervaren van weerstand en het duiken in de nog onbekende ervaring van het JA. Je zweeft heel even tussen een lichaam dat zich schrap zet en een lichaam waarin weer enthousiasme huist en waar ineens ruimte is voor het zetten van nieuwe stappen.

Eigenlijk vormt een epiloog ook een moment waarin je zweeft tussen het een en het ander. De overgang van leeswerk naar doen. Een epiloog is in wezen een uitnodiging aan iedereen om na te denken over waar enthousiasme voor is ontstaan en waarop je die energie wil richten.

Waartegen ga ik JA zeggen als ik de punt heb gezet achter deze epiloog? Als allereerste ga ik bedenken met wie ik de dialoog over weerstand verder wil verdiepen en verrijken. ACCEZ is bezig om ‘navigatiemateriaal’ te ontwikkelen, waardoor het gesprek over weerstand laagdrempelig gevoerd kan worden in verschillende contexten. Ik heb nu al zin om daarmee aan de slag te gaan. Parallel daaraan ga ik de inzichten uit deze bundel omzetten naar ACCEZ. Met de universiteiten, de provincie Zuid-Holland en VNO-NCW West creëren we ruimte om weerstanden betekenis te geven, te onderzoeken en te doorbreken. De ervaringen die we hier hebben verzameld, versterken mijn beeld dat weerstand meer waardering verdient. De bijdragen zijn duidelijk over welke competenties, tijd, ruimte, mensen, taal, omgangsvormen, zelfreflectie enzovoort nodig zijn om transitieprocessen te versnellen.

Ik zie het als de rol van ACCEZ om het onderzoeken in transitiezones vrijmoedig te kunnen laten plaatsvinden. Vrijmoedigheid om weerstand in de ogen te kijken, om enthousiasme te blijven vinden en om stappen door de weerstand heen te zetten. Ook onderken ik nu nog meer dan voorheen de ruimte die nodig is om te kunnen reflecteren en leren van transitieprocessen. Met ACCEZ willen we die bijzondere, en noodzakelijke, ruimten cre.ren, beschermen en – waar nodig – verdedigen. Om ons samen met anderen in de praktijk te concentreren op waar ik me met hart en ziel voor inzet: fundamenteel bijdragen aan het welzijn van mens en planeet.

Judith Schueler

Directeur ACCEZ


Navigeer hieronder naar de andere artikelen.