Weerstandigheid

Tamar Transitiezones


In dit essay houden de auteurs een pleidooi om op te schuiven van weerstand naar weerstandigheid door ruimte te maken die daartoe uitnodigt. Dit vergt moed en zelfreflectie, en biedt handelingsperspectief en verbinding. Hoe geef je je verlangen naar een nieuwe wereld vorm?


Mart Nooijen en Bob Houtkamp zijn werkzaam bij de provincie Zuid-Holland. Mart werkt in de voedseltransitie en schrijft aan een voorstelling over verandering, in beide vakgebieden probeert hen het plezier terug te brengen in ongemak. Bob heeft zich toegelegd op het creëren van ruimte voor professionals in transities. Hij werkt als ambtelijk opdrachtgever en is eigenaar van Organiseren met Aandacht.



Ergens op de wereld
Werken kinderen voor mij
Ik wil het eigenlijk niet weten
Waan me van alle schulden vrij

Ergens in het water
Sterven soorten uit voor mij
Ik wil het eigenlijk niet weten
Waan me van alle schulden vrij

Lief het is oké
Je kon het ook niet weten
Lief het is oké
Maar nu heb je gezien


Kunnen we een ruimte creëren tussen het bestaande en het gedroomde systeem? Waar je niet zo verdomd heldhaftig hoeft te zijn om te oefenen met de verandering die je zelf graag wilt zien en waarin je anderen kunt ontmoeten? Waar een gevoel van zelfbescherming je niet weerhoudt om kleur te durven bekennen in hoe je bent? Waar je met elkaar iets nieuws kunt creëren waar ieder zich toe kan verhouden en wat uitnodigt om elkaar vast te blijven houden? Waar je geluk kunt ervaren en een toekomst die zou kunnen zijn?

Zelfbescherming

Weerstand is ‘het vermogen van het menselijk lichaam om negatieve invloeden van buitenaf te weren en ervoor te zorgen dat deze invloeden het lichaam niet ziek kunnen maken’ (https://www.encyclo.nl). We werken als mensen bij de overheid aan transities die ons onder de huid kruipen. We praten erover, maar erkennen liever niet dat transformatie pijnlijk is en ook door onszelf liever niet vrijwillig wordt aangegaan. Maar onze intu.tie vertelt ons een ongemakkelijke waarheid: verandering is nodig .n het is aan ons. Dus waar haal ik zelf de moed vandaan om die intu.tie te erkennen en productief te maken? Dat vraagt kijken naar mijzelf: op welke manier vind ik het oude systeem onbetwist terug in mezelf? En vervolgens: welke ‘waarheden’ en overtuigingen liggen ten grondslag aan de nieuwe wereld waarvan ik droom? Hoe voed ik die?

Wij hebben een hart voor de wereld, maar verstoppen ons soms, juist omdat we een hart hebben voor de wereld. En we denken dit ook bij collega’s te zien. Want als je een hart voor de wereld hebt, kan het ook door de wereld gebroken worden als je je aan zo’n transformatie verbindt. En misschien nog wel moeilijker: als ik er vol hart inga, kom ik ook een hoop mensen tegen die dat (nog) niet durven. En het werkt al helemaal niet in een arena waar het recht van de sterkste geldt. Dat kan extreem onveilig voelen. Dus ik kan me ook verstoppen. Ik doe mijn werk uit professionele en intellectuele interesse, maar ik neem mezelf daar niet persoonlijk in mee. Misschien herken jij dit dilemma ook als lezer? Je vraagt jezelf dan weleens af: heeft dit wel zin? En je kunt je in die twijfel ook eenzaam voelen. Zeker als je anderen niet meekrijgt in de verandering waarnaar je verlangt. Want net als jij voelen ook zij weerstand en andere heftige emoties ten opzichte van de gevraagde transformatie. Jouw zelfbescherming kan er ook nog eens voor zorgen dat ze zich ongezien voelen.


Ergens in de aarde
Rot vergiftiging voor mij
Ik wil het eigenlijk niet weten
Waan me van alle schulden vrij

Ergens achter ramen
Verzuipt in zielloosheid voor mij
Ik wil het eigenlijk niet weten
Waan me van alle schulden vrij

Lief het is oké
Je kon het ook niet weten
Lief het is oké
Maar nu heb je gezien

Ik wil het eigenlijk niet weten
Ik wil het eigenlijk niet weten
Ik wil het eigenlijk niet weten
Maar nu ik heb gezien
Nu is het aan mij


Opstand

‘Weerstand is elke kracht die een kracht tegenwerkt, belemmert of opheft.’ (https://www.encyclo.nl) ‘De mens in opstand’, zo stelt Albert Camus (1951), ‘is de morele mens die zich bewust is van de kloof tussen hoe de wereld is en hoe hij zou moeten zijn en de moed heeft om daarnaar te handelen. Het is de mens die “nee” zegt tegen het bestaande onrecht, omdat hij “ja” zegt tegen de menselijke waarden die hij wil realiseren.’ Opstand is een andere vorm van weerstand. Je raakt heilig overtuigd van de behoefte tot een alternatief. Je zet je ertoe om tegen de stroom in te gaan en hebt als missie om systematisch het oude systeem af te breken .f eigenhandig een totaal nieuw systeem te bouwen. Dit is het verhaal van de ‘held’ die alles alleen kan en dapper strijdt.


‘The hero’s journey’ naar Campbell (1949).
Het universele verhaal van de held die op pad gaat, op de proef wordt gesteld, uitdagende opdrachten vervult en weer terugkeert naar huis. https://tinyurl.com/ys47zdxt


Maar we zijn niet allemaal helden en de strijd kent winnaars en verliezers. De weg van het ‘grote gelijk’ onteigent en laat voor anderen niet makkelijk een veilige ruimte om op in te stappen. Ook dit kan leiden tot het gevoel dat niemand naar jou en je droom wil luisteren. En het systeem is weerbarstig en de moed en kracht die je inzet, kunnen omslaan in frustratie, boosheid, eenzaamheid en zelfs burn-out.

Weerstandigheid

Misschien zijn we soms zo bang voor de plek en plaats waar we zijn, dat we elkaar een beetje hebben losgelaten. Dat komt ook omdat we onszelf op die plek enigszins loslaten. We laten onze empathie en menselijkheid achter. Hetzij in heldhaftigheid, hetzij om niet gekwetst te worden. Sterker gesteld: wij ambtenaren zijn minder gewend of geschoold om heftige emoties te onderzoeken en te tonen. Door jezelf wél meer plek te geven, vergroot je het vermogen je echt te verplaatsen in de ander en op een dieper niveau te begrijpen wat de ander drijft. Want weerstandigheid is ook de weg van de creërende kunstenaar die plek en ruimte maakt. Een ruimte waar heftige emoties mogen zijn over terugtrekken en over vol vuur de barricade op. Je creëert ‘iets’ waartoe je je samen kunt verhouden en waarbinnen de deelnemers weer weerbaar worden. Je nodigt iemand uit om in te stappen, door je eigen bereidheid om dat ook te doen. Wij denken dat je ook als mens in overheidsdienst een ruimte kunt scheppen tussen het bestaande en het gedroomde systeem. Een ruimte waarin het niet meer zoveel moed vraagt naar een ander wereldbeeld te gaan handelen. Een ruimte waar onze weerstandigheid kan worden aangezet. Hiertoe moeten we het omgaan met (extreme) emoties toevoegen aan ons handelingsreportoire. Davina Cooper omschreef dit als ruimtes die het mogelijk maken om te oefenen met ‘the change you wish to encounter’ (Segal, 2017). In hun ideale werking lukt het heel soms om bij Groene Cirkels een ruimte te creëren om te oefenen hoe je bent en hoe je naar de ander kunt luisteren. Waar we leren dingen te doen die maken dat mensen naar voren stappen en gaan meedoen omdat ze gehoord zijn. Zo vroegen we ons in de Groene Cirkel De Tuin van Holland af wat er zou gebeuren als we niet vanuit doelen en aankomst naar het voedselsysteem zouden kijken, maar vanuit gezamenlijke beweging, en wat we daar als mensen voor nodig hebben.

Cornelis (de gepassioneerde teler), Bas (de gepassioneerde chef-kok) en Mart (de gepassioneerde ambtenaar en kunstenaar) zitten samen rond een kratje met groenten, die door Bas verlangend worden beetgepakt en bewonderd. Het kratje ambachtelijke groenten vertelt ons dat we er zijn en in ons achterhoofd beseffen we dat het kratje model kan staan voor een betekenisvolle stap in de landbouwtransitie. Als het werkt, cre.ren we magie bij alle andere betrokkenen rond dit kratje. De gedroomde toekomst van een gezond voedselsysteem, uit een gezond landschap met een plek voor het ambacht van deze mensen, wordt dan even ervaarbaar in deze ruimte. Allen worden eraan herinnerd dat zij scheppende mensen zijn. In de ruimte ontmoeten boer, arts, ambtenaar, burger en wie dan ook elkaar vanuit een gedeelde wens tot verandering. Mét ruimte voor ieders emoties. Een maakproces dat je voedt met je hart, is deelbaar met anderen. Je gaat bouwen met elkaar en bent daarin bereid te blijven experimenteren en schaven ten dienste van transformatie.

Moed om te maken

Ook dat vraagt moed, maar vervangt de eenzaamheid door de vreugde van het (leren) samen maken. We brengen elke dag ons hart in met de kans om gekwetst en afgewezen te worden. Maken betekent namelijk dat je niet alle opties openhoudt. Want als je alle opties openhoudt, blijft het canvas leeg. Op een gegeven moment moet je kleur bekennen, streken zetten en vertrouwen hebben in een goede uitkomst. Dat is maken met moed. Kleur bekennen, en je door anderen laten (h)erkennen. Met elke persoon die samen mee gaat maken, wordt die nieuwe werkelijkheid groter, rijker en tastbaarder. Verandering is hier traag, maar omdat het dicht bij de essentie ligt des te meer impactvol en uiteindelijk versnellend. Systeemverandering gaat hier om het maken van nieuwe keuzes op basis van nieuwe waarden.

Jezelf verbinden met dat systeem maakt je potentieel krachtig om het van binnenuit te beïnvloeden, maar maakt je ook kwetsbaar. Ben je in de eerste rol nog vooral slachtoffer, als je echt instapt ben je ook nog eens dader. Je verbindt je aan een vraagstuk zonder eenduidige antwoorden waarin je afhankelijk bent van anderen. Weerstandigheid is dat doen tegen de stroom van het dominante systeem in, met een open uitnodiging naar je omgeving om daar met jou op in te stappen. Zo brengen we het handelingsperspectief rond weerstand naar de vraag ‘hoe ik ergens ben’, naast ‘wie ik ben’ of ‘wat ik doe’. En het goede nieuws is dat we dit onszelf kunnen leren. Leren jezelf in plaats en tijd te plaatsen. De vraag kunnen beantwoorden: waar bevind ik me in hoe ik ben? Zo kun je erkennen dat jij iets bent wat ik niet ben, en ik luister daarnaar.


Je mag me hebben als ik naakt ben.
Je mag me hebben als ik ren.
Je mag me zien als ik geraakt ben, 
als je blijft totdat ik wen,
aan dat ik iets met jou,
en jij zoiets met mij.
Je mag me hebben wat me drijft,
Je mag me hebben.
Als je blijft

(Liedteksten Nooijen, 2022)


Geraadpleegde bronnen
Campbell, J. (1949). The hero with the thousand faces. Bollingen Foundation.
Camus, A. (1951). De mens in opstand. Vert. Woudt, M. (2010). Olympus.\
https://www.encyclo.nl
Nooijen, M. (2022). Overstag. Podium Noord.
Segal, L. (2017). Radical Happiness. Moments of Collective Joy. Verso Books.


Reflectievraag

Wat wil jij eigenlijk niet weten?

Navigeer hieronder naar de andere artikelen.