Wat leert de natuur ons over omgaan met weerstand?

Tamar Transitiezones


Verandering kost moeite en energie en daar ontstaat verzet tegen. Door te kijken hoe veranderingen in de natuur plaatsvinden, kunnen we niet alleen veel leren over transities, maar vooral ook over de waarde van weerstand. Hoe kunnen we hiermee werken?


Bowine Wijffels was als zelfstandige betrokken bij netwerkvraagstukken rond transities. Ze werkt sinds 2020 bij de provincie Zuid-Holland aan de circulaire opgave voor het thema kunststoffen. Haar inspiratie haalt ze met name uit ‘netwerkend werken’, haar specialiteit is Biomimicry (leren van de natuur). Ook Hanneke van Nistelrooij werkt bij provincie Zuid-Holland, als programmamanager voor vraagstukken in de Greenports (grote tuinbouwclusters waarin voedsel en sierteelt worden geproduceerd en verhandeld). In dit artikel kijken Bowine en Hanneke door een natuurlijke bril naar veranderingsprocessen.


De waarde van weerstand

Weerstand speelt bij grote transities, maar je ziet weerstand ook terug in kleine dagelijkse dingen. Een andere route naar het station, producten die in de supermarkt op een andere plek liggen; als er iets verandert in onze omgeving moeten we daaraan wennen. We merken plotseling op dat we veel op routine doen en dat dit prettig is. De nieuwe situatie dwingt ons tot bewust handelen en dat kost energie. In onze bijdrage benaderen we weerstand vanuit de biologische principes die eraan ten grondslag liggen. Natuurlijke systemen en dus ook het menselijk lichaam zijn gericht op zo min mogelijk energieverspilling, dat is een natuurlijk overlevingsmechanisme. Ons brein is de grootste energieverbruiker van ons lichaam. Routines vragen minder hersenactiviteit en kosten minder energie. Het voorbeeld van routines laat zien dat weerstand een ‘natuurlijk’ verschijnsel is. Weerstand heeft een reden: er wordt iets beschermd. Routines beschermen ons tegen een te hoog energieverbruik en zorgen ervoor dat de hersenen met andere zaken bezig kunnen zijn. Weerstand is van waarde. Sterker nog, weerstand geeft informatie. Daar zit de ingang naar verandering.

Herbruikbare verpakkingen, maar hoe dan?

Plastics vormen een groot probleem in onze samenleving. We gebruiken er gigantische hoeveelheden van. In de provincie Zuid-Holland alleen al wordt jaarlijks 230 kiloton aan plastics afgedankt, een hoeveelheid waarmee we een strook folie van acht meter breed vierenhalf keer om de aarde kunnen wikkelen. De productie en het verwerken (met name verbranden) hiervan zorgt voor veel CO2 in de lucht, oceanen raken verstopt met plastics. Het grootste probleem schuilt in het kwistige gebruik van verpakkingen. Er wordt veel weggegooid, verspild, of slechts heel kort gebruikt. In de transitie naar een circulaire economie voor plastics kan de introductie van herbruikbare verpakkingen een flinke sprong voorwaarts zijn doordat we hiermee veel materiaal besparen en CO2-uitstoot verminderen. Een goed voorbeeld is het gebruik van bloempotten in de tuinbouw voor het opkweken van bomen en heesters. Vanuit de kwekerij komen de potten terecht bij tuincentra en hun klanten. Iedereen heeft wel ergens een stapel van die grijze of zwarte potten staan. Gerichte inzameling van deze potten biedt mogelijkheden zoals opnieuw gebruiken of nieuwe potten maken van de ingezamelde materialen. Door de introductie van statiegeld kunnen we hier een herbruikbare beker van maken. Maar waar lever je die dan in?


Bron: Coherentiecirkel naar Wielinga & Robijn (2018)


Weerstand vraagt om aandacht

Het inleveren van plantenpotten is een leuk idee, maar als je een volgende keer bij het tuincentrum staat, ben je ze misschien toch weer vergeten. Van het tuincentrum vraagt inzameling extra organisatie, en hoe komen de potten dan weer terug bij de kweker? Iedere partij heeft een belang en die belangen kunnen heel verschillend zijn: gebruiksgemak, financieel belang, tijd, organisatie, reputatie. In dit voorbeeld van een retoursysteem speelt dus ook weerstand om af te wijken van de eigen routines. Het kost moeite, tijd en energie om die routines te veranderen en als klant verander je alleen je gedrag als je er baat (of een belang) bij hebt. Het erkennen van belangen is een eerste stap naar verandering: ook hier wordt iets beschermd.

In het boek Netwerken met energie beschrijven auteurs Wielinga en Robijn (2018) een aantal modellen waarmee je weerstand kunt omzetten naar vitaliteit. Een van de modellen uit dit boek is de coherentiecirkel. Deze coherentiecirkel maakt interactiepatronen zichtbaar. Als mensen relaties met elkaar aangaan, ontstaan patronen van interactie. Een coherent netwerk dat werkt aan een gezamenlijke uitdaging genereert energie. Iedereen draagt bij en voelt zich uitgenodigd, veilig en zinvol in de samenwerking. Maar er zijn ook defensieve patronen als er belangen in het geding zijn, er te weinig ‘wij’ gevoeld wordt. Of omdat de onderlinge verschillen te groot zijn op een specifiek onderwerp. Er is geen sprake meer van vitale samenwerking, er ontstaat weerstand in de vorm van vechten, vluchten, bevriezen of aanpassen. Elke vorm van weerstand vraagt een andere interventie. Voel je dat iemand in de vechtstand staat? Dan helpt het om erkenning te geven aan het belang dat die persoon heeft of de inspanning die hij of zij pleegt. Merk je dat iemand minder betrokken is, zich wat terugtrekt uit de samenwerking? Dit patroon van vluchten vraagt juist om inspiratie.

Wat ecosystemen ons leren

Een ecosysteem kan door een factor van buitenaf – zoals temperatuurverandering, verhoogde neerslag van stikstof of de komst van een nieuwe soort – uit evenwicht worden gebracht. Vanuit het systeem zie je in zo’n geval direct een reactie gericht op het herstellen van de balans, met het oog op het overleven van het systeem als geheel. Ecosystemen bewaren het natuurlijk evenwicht zodat planten en dieren met zo min mogelijk veranderingen kunnen blijven voortbestaan. Er is een streven naar een ‘natuurlijk evenwicht’ ofwel ‘equilibrium’ en er is een soort natuurlijke weerstand tegen verandering. Weerstand is hier van waarde voor het systeem als geheel. Het fascinerende bij dit streven naar een nieuw evenwicht is dat er dingen veranderen in het systeem. Door verhoogde stikstofdepositie bijvoorbeeld, kunnen bepaalde soorten (zoals de grassoort pijpestrootje) in een heidegebied beter gedijen en talrijker worden. Andere soorten verdwijnen. Al met al verandert de vegetatie in reactie op veranderingen van buitenaf en ontstaat er een nieuw evenwicht. Stapje voor stapje beweegt het ecosysteem naar een heel nieuw ecosysteem. Van schraal grasland of heide naar bos bijvoorbeeld. Dit proces heet successie. Gaan de veranderingen te snel en kunnen de fluctuaties niet meer worden opgevangen, dan stort het ecosysteem ineen en maakt het plaats voor een nieuw systeem. Leren van ecosystemen is een trend die hoort bij deze tijd. Zo werd in het VPRO-programma Tegenlicht van 21 november 2022 aandacht besteed aan het begrip Symbioceen.

Successie is ook een transitie

Allereerst leren we van ecosystemen dat het met name veranderingen in externe omstandigheden zijn die aanzetten tot successie. Bij vermindering van plastic potten in de tuinbouw bijvoorbeeld, kan de introductie van vergelijkbare retoursystemen samen met een wettelijke verplichting op herbruikbare verpakkingen, tot een enorme systeemverandering leiden. Maar ook maatschappelijke druk of een toename in de grondstofprijs zal een stevige verandering in gang zetten. Natuurlijk zullen partijen in het huidige systeem weerstand bieden waar ze dat kunnen. Zoals beschreven vertonen ze bepaald gedrag routinematig, en hebben ze belang bij het blijven bestaan van het systeem. Als we luisteren naar de daaronder liggende belangen, en de stapjes langzaam zetten, is het wellicht mogelijk om tot een verandering te komen zonder dat het systeem ineenstort. Hergebruik van bekers voor de to-go-markt of potjes in de tuinbouw is haalbaar als we hier collectief aan meewerken. Hergebruik kon immers ook voor bierflesjes en kan ook voor bloemenfusten, de taps-toelopende vierkante emmers met boeketten bij de bloemist. We leren ook van ecosystemen dat als er geen verandering in de omstandigheden plaatsvindt, het natuurlijk evenwicht gehandhaafd blijft. Door dat evenwicht zorgt de ene soort dat een andere soort niet tot een plaag kan uitgroeien, het evenwicht blijft bewaard. Bij een goed voorjaar met meer voedsel voor muizen, neemt hun aantal toe. Hierdoor is er meer voedsel voor uilen, die op hun beurt in aantal toenemen, waardoor er uiteindelijk weer minder muizen zijn. Het systeem als geheel verandert echter niet. Voor de transitie naar een circulair gebruik van plastics is het dus heel behulpzaam dat er externe omstandigheden zijn, zoals wettelijke verplichtingen voor hergebruik, die een reactie van het hele ecosysteem vragen.

Natuurlijke veranderplekken

Een beukenbos verandert niet zo snel. Bomen hebben allereerst een enorme kracht om veranderingen op te vangen. Ze bieden weerstand aan wisselende jaargetijden, aan wind en aan vraat. Bovendien: wil je een boom vervangen, dan duurt het honderden jaren voordat er weer een nieuwe boom staat. Als het gaat om verandering, moeten we het niet van de beuken hebben, zouden we haast willen zeggen. Het grootste veranderpotentieel van ecosystemen ligt aan de randen van het systeem. Deze randen, de zogenaamde ‘ecotones’ vormen de overgangsgebieden naar andere ecosystemen en zijn vaak bezet met snelgroeiende kruid- en struikachtige gewassen. De ecotone staat in open verbinding met buiten en er is veel diversiteit in soorten en in DNA. Successie en verandering vinden als eerste plaats in deze ecotones. Er is in deze gebieden niet alleen minder ‘weerstand’, er is ook gewoon meer ‘veranderpotentieel’. Ook in de samenleving bestaan zulke ecotones: plekken waar men kan experimenteren, waar mensen uit verschillende organisaties elkaar ontmoeten. De diversiteit draagt bij aan creativiteit en het ontstaan van veranderingen in het systeem. Het zijn de broedplaatsen voor vernieuwing. Door die plekken op te zoeken, krijgen we transities voor elkaar.

Ecotones: dé start voor herbruikbare verpakkingen

Voor de introductie van herbruikbare verpakkingen is het dus interessant om de ecotones op te zoeken. Laten we even terugkijken naar het voorbeeld van de bloempotten, wat is dan de ecotone? Een belangrijk kenmerk van de ecotone is dat het niet een plek is voor de ‘dominante soorten’ van het ecosysteem en dat er sprake is van een hoge diversiteit. In de denkbeeldige ecotone van de bloemen- en heestersector moeten we op zoek naar creatieve partijen die willen experimenteren, samen met een tuincentrum of een groep bloemisten. Het mooist zou zijn om mensen uit de gehele keten te verbinden aan ontwerpers, jongeren, trendwatchers en dwarsdenkers. De ecotone kan vervolgens worden gevoed met experimenteergeld en gefaciliteerd in haar zoeken ontwikkelproces. Want uiteraard zal in zo’n groep ook weerstand ontstaan, met defensieve patronen die om een interventie vragen. En die defensieve patronen geven vooral ook informatie. Immers: weerstand is van waarde. En het veranderen van routines en gewoontes vraagt tijd.

Geraadpleegde bronnen
Wielinga, E., Robijn, S. (2018). Netwerken met energie. Gereedschap voor co-creatie. Scriptum.
Wijffels, B. (2021). Weer Floreren: tien natuurlijke keuzes voor toekomstbestendig organiseren. Nature-Wise.


Reflectievraag

Wat zijn plekken (ecotones) waar transities plaatsvinden in jouw vakgebied?

Navigeer hieronder naar de andere artikelen.